How do you say lead in Dutch?
— lood (n); Lood (element)


Related synonyms for lead in Dutch
chairstoel (m); zetel (m)
gogaan
headhoofd (n); kop (m)
runrennen; lopen
starster (f); vedette (m)
takepakken
windwind (m)
Generic synonyms for lead in Dutch
actoracteur (m); actrice (f); toneelspeler (m); toneelspeelster (f)
bezijn
dodoen
gogaan
havehebben
metalmetaal (n)
placeplaats (f)
playspelen
travelreizen
Specialized synonyms for lead in Dutch
chairstoel (m); zetel (m)
comekomen
givegeven; overhandigen
handhand (f)
headhoofd (n); kop (m)
Category relationships for lead in Dutch
baseballhonkbal
musicmuziek (f)
sportsport (m)
Related verbs for lead in Dutch
headhoofd (n); kop (m)
runrennen; lopen
Derivative terms for lead in Dutch
chairstoel (m); zetel (m)
headhoofd (n); kop (m)
starster (f); vedette (m)