How do you say light in Dutch?
— lichten; bijlichten; Licht


Related synonyms for light in Dutch
cleanproper; schoon
easymakkelijk; gemakkelijk
fallvallen
Specialized synonyms for light in Dutch
matchlucifer (m); zwavelstokje (n)
moonmaan (m'f) (1,2)
sunzon (f)
Generic synonyms for light in Dutch
burnbranden; verbranden; verteren
expressionuitdrukking (f); gelaatsuitdrukking (f)
facegezicht (n); aangezicht (n); gelaat (n)
fallvallen
friendvriend, vriendje (m), vriendin, vriendinnetje (f), maatje (m'f)
landland (n)
lookkijken
Attributes for light in Dutch
darkdonker; duister
Category relationships for light in Dutch
chemistrychemie (f); scheikunde (f)
physicsnatuurkunde (f); fysica (f)
Entails for light in Dutch
smokeroken
Related verbs for light in Dutch
fallvallen
Causes for light in Dutch
burnbranden; verbranden; verteren
Similar to for light in Dutch
easymakkelijk; gemakkelijk
illziek
sickziek; zieke
whitewit (n)
Also for light in Dutch
whitewit (n)
Antonyms for light in Dutch
darkdonker; duister
heavyzwaar; zware