How do you say wind in Dutch?
— wind (m)


Related synonyms for wind in Dutch
farteen wind laten, scheet laten
leadlood (n)
noseneus (m)
threaddraad (m); garen (n)
Generic synonyms for wind in Dutch
bezijn
gogaan
smellgeur (m); reuk (m); stank (m)
talkpraten; spreken; overleggen
travelreizen
weatherweer (n)
Terms within for wind in Dutch
bellbel (m); klok (f)
airlucht (f)
Specialized synonyms for wind in Dutch
airlucht (f)
organorgaan (n)
snakeslang (f); serpent (n)
sweet potatozoete aardappel; bataat
woodhout (n)
Derivative terms for wind in Dutch
farteen wind laten, scheet laten
noseneus (m)
threaddraad (m); garen (n)