How do you say building in Dutch?
— bouwen (n); bouw (m); Opstal (bouwwerk)


Specialized synonyms for building in Dutch
architecturearchitectuur (f)
centermidden
erectionerectie
hotelhotel (n)
househuis (n); onderkomen (n)
librarybibliotheek (f); boekerij (f)
restaurantrestaurant (n)
schoolschool (f); universiteit (f)
skyscraperwolkenkrabber (m)
templetempel (m)
Terms within for building in Dutch
flooretage; verdieping
roofdak (n)
roomruimte (f); kamer (f); zaal (m); vertrek (n)
skeletonskelet (n); geraamte (n)
storyverhaal
wallmuur
windowraam (n); venster (n); ruit (f)
wingvleugel